Liberas is de voorbije jaren steeds actief betrokken geweest bij de opleidingen aan de UGent. Van 1995 tot 2003 werden oefeningen georganiseerd voor de kandidatuurstudenten Pers- en Communicatiewetenschappen (prof. Frieda Saeys en prof. Els De Bens), waarna het toenmalig Liberaal Archief in zee ging met de opleiding geschiedenis. Een jaarlijkse oefening in het kader van het opleidingsonderdeel Historisch Praktijk-2 Moderne en Hedendaagse Tijd bleek Liberas op het lijf te zijn geschreven. Tussen 2006 en 2021 organiseerde Liberas niet minder dan vijftien opleidingssessies voor 2e bachelorstudenten, elk jaar rond een ander thema. De opdracht is telkens tweeledig: in een eerste fase op zoek gaan naar en leren omgaan met bronnenmateriaal, en het schrijven van een wetenschappelijke paper in een tweede fase.
Het academiejaar 2020-2021 werd een jaar zonder precedent. De eerste corona-uitbraak in de winter van 2019 had al een eerste keer tot vlugge improvisatie gedwongen. Archieven en documentatiecentra sloten de deuren en live onderwijs werd sterk bemoeilijkt. Voor het nieuwe academiejaar besloten we noodgedwongen de lesmethode aan te passen en kaderden we de oefening binnen de actualiteit. De lessen gingen met één enkele uitzondering door via livestream en heel veel online één-op-één gespreksmomenten, wat het er voor zowel studenten als begeleiding een uitermate intens en boeiend jaar van maakte.
Tien studenten stortten zich op de epidemie-bestrijders in 19e-eeuws Gent. Het daarvoor benodigde archiefmateriaal, aangevuld met contemporaine publicaties, uit de collecties van Liberas, de universiteitsbibliotheek en het universiteitsarchief werd aan spoedtempo online beschikbaar gemaakt. Instant scans op maat maakten het voor de studenten mogelijk om toch bronnen te raadplegen en een boeiende paper af te leveren.
We kozen voor een gemengd palet. Huisartsen en armendokters, gezondheidspropagandisten, epidemiologen en academische onderzoekers, urbanisten en politici passeerden de revue. Op die manier kon de strijd tegen de 19e-eeuwse epidemieën vanuit verschillende invalshoeken worden bestudeerd. Zij schreven binnen die context een biografische paper over Ernest Burvenich, César Fredericq, Jozef Kluyskens, Etienne Poirier, Victor Deneffe, Adolph Burggraeve, Leopold Cruyl, Constant Heynderickx en Nicolas Du Moulin. Enige vrouw in het gezelschap was Bertha De Vriese (met haar echtgenoot Jozef Jan Vercoullie in de marge).
De bestrijding, de inperking én de preventie van cholera en tyfus, naast de ‘kleinere’ besmettingen met schurft of trachoom, leverde heel wat analogieën met de covid-situatie die de studenten dit jaar aan handen en voeten bond. Aha-erlebnissen waren dan ook legio. Quarantaine, social distancing en lockdown bleken niet zo’n nieuwe concepten te zijn. Vragen rond preventie door gezondere levensomstandigheden en -gewoontes te promoten lagen ter tafel en indien toch té laat werden regels opgesteld voor verzorging en symptoombestrijding terwijl wetenschappers op zoek gingen naar een adequate geneeswijze. Intussen waren ze ook ooggetuige van de eerste vaccinaties en van de pogingen om zowel de overheid als het brede publiek van het nut ervan te overtuigen. Al deze facetten kwamen in een of meerdere papers aan bod en legden een directe link tussen de 19e en de 21e eeuw.
Met dank aan Bes Everaerts, Dries Hannaert, Febe Azou, Jef Werbrouck, Joran Dujardin, Maaike Niemegeerts, Marie Verstaen, Robin Gettemans, Tibo De Block en Warre Deganck voor hun inzet en enthousiasme.