Menu
Leren over wereldvrede
Collectie
maandag 24 augustus 2020
Geschreven door: Sébastien Baudart

Bij het inventariseren van het archief van de West-Vlaamse onderwijzer en onderwijsinspecteur Firmin D’Heygere trok een krantje uit 1937 met als titel de De Jeugd en de Wereldvrede onze aandacht. Het werd de aanleiding om even verder te graven.

Een test over de wereldvrede

Het archief van D’Heygere bevat heel wat stukken met betrekking tot zijn beroepsloopbaan, met onder andere stukken m.b.t. schoolconferenties en diverse examens, verslagen over de toestand van het lager onderwijs, inspectieverslagen, briefwisseling, stukken m.b.t. de taalinspectie en diverse aantekeningen. D’Heygere was ook lid en later voorzitter van de Schiftingscommissie van het Fonds voor Meestbegaafden van het arrondissement Diksmuide. Deze commissie behandelde de aanvragen van studieleningen voor kinderen van minder vermogende ouders die hun intrede deden in het secundair onderwijs, onder andere aan de hand van een schriftelijke test. Het is het dossier van deze commissie m.b.t. de test van 18 mei 1937 dat een exemplaar bevat van De Jeugd en de Wereldvrede (jg. 10, 18.5.1937).

De Jeugd en de Wereldvrede, jg. 10, 18.5.1937, p. 1 (Liberas, Archief Firmin D’Heygere (archief 749, nr. 4.5.1.) https://hdl.handle.net/21.12117/1253938

Terwijl de laatste drie onderdelen van de test focussen op taal en wiskunde, gaan de eerste vier onderdelen volledig over het krantje (met begrijpend lezen, begrijpend luisteren en beeldanalyse). Zo zijn er enkele inhoudelijke vragen te beantwoorden na het beluisteren van de vredesboodschap van de kinderen van Wales en het lezen van een artikel over een monument voor de ‘gevallen helden’ ‘die hun leven hadden geofferd voor de proefnemingen met de X-stralen’. De deelnemers kregen ook de vraag om de betekenis van de sterk symbolisch geladen titeltekening van het krantje te verklaren: ‘kinderen van alle rassen en uit alle werelddeelen die eensgezind om de wereldbol dansen – die een vredeskring rond de wereld dansen’, luidde het voorbeeldantwoord.

Eerste en tweede pagina van de opgave voor de test van 18 mei 1937 (Liberas, archief Firmin D’Heygere (archief 749, nr. 4.5.1.) https://hdl.handle.net/21.12117/1253938

De Belgische Vereniging voor de Volkenbond

De Jeugd en de Wereldvrede was een uitgave van de Belgische Vereeniging voor den Volkenbond,  gevestigd in het Brusselse Egmontpaleis. Gelijkaardige krantjes, samengesteld door een internationale redactie, verschenen ook elders in de wereld in meer dan tien talen. Bestellen van De Jeugd en de Wereldvrede kon per exemplaar, maar ook per 50 of 100 exemplaren, wat wijst op de bedoeling om de krantjes massaal onder de schoolgaande jeugd te laten verspreiden. In 1935 bedroeg de oplage 40.000 exemplaren.

Paul Hymans, gezien door Ochs, op de cover van Pourquoi Pas? van 9 mei 1919 (Collectie Liberas) https://hdl.handle.net/21.12117/6716132

De Union belge pour la Société des Nations / Belgische Vereniging voor Volkenbond en Vrede werd officieel als vzw opgericht op 26 augustus 1922, maar was voordien al even actief als feitelijke vereniging. Paul Hymans (1865-1941), boegbeeld van de Liberale Partij, eerste voorzitter van de Volkenbond (1920) en groot voorstander van internationale samenwerking als weg naar een stabiele vrede, lag mee aan de wieg van de vereniging en werd de eerste voorzitter van de vzw. Ook de andere oprichters waren vooraanstaanden uit de academische, politieke en financiële wereld. In de statuten werd het doel van de Belgische Vereniging voor de Volkenbond omschreven als ‘het verzekeren van de volledige steun van de Belgische publieke opinie voor het werk van de Volkenbond, het naar voren brengen van zijn oplossingen, het versterken van zijn autoriteit en het doen toenemen van zijn prestige’. De oprichting van de Volkenbond (1919-1920) in de nasleep van de Eerste Wereldoorlog en met als doel onder andere het voorkomen van nieuwe oorlogen en dus het in stand houden van de wereldvrede, was dan wel een feit, de nieuwe internationale organisatie bekend en populair maken bij het publiek was een andere zaak. In eerste instantie organiseerden de leden van de Belgische Vereniging voor de Volkenbond vooral lezingen en debatavonden, bouwden ze een bibliotheek uit en publiceerden ze een tijdschrift. Vanaf 1924 werd de brug naar het onderwijsveld gelegd.

Dit type verenigingen was een internationaal fenomeen. In navolging van de Britse Ligue of Nations Union (LONU) zagen tussen 1920 en 1940 wereldwijd veertig gelijkaardige verenigingen het licht, die zich op hun beurt verenigden in de Union Internationale des Associations pour la Société des Nations.

De Jeugd en de Wereldvrede

Op voorpagina van De Jeugd en de Wereldvrede van 1937 valt naast de eerder vermelde tekening ook een kadertekst hard op. Het betreft de ‘16e wereld-vredesboodschap van de kinderen van Wales’ aan de ‘jongens en meisjes over de geheele wereld’, een traditie die in 1922 gelanceerd werd door de Welsche dominee en wereldvredeactivist Gwilym Davies. Daarnaast vindt men een aankondiging voor de uitzending hiervan door het NIR en een artikel (de weergave van een radiotoespraak van dezelfde Gwilym Davies) over de betekenis van 18 mei als ‘Volkenbondsdag’ of ook wel ‘Goedenwilsdag’, ter herinnering aan de op 18 mei 1899 gehouden ‘allereerste vredesconferentie, die door 25 regeeringen en wel in volle vredestijd in het Huis ten Bosch in Den Haag werd gehouden’. De tekst plaatst de afgelopen 40 jaar van de vredesbeweging en het vredesstreven na de Eerste Wereldoorlog in het perspectief van duizenden jaren oorlog en moedigt de jeugd en de ‘ouderen’ aan om door te zetten, hoe moeilijk het soms ook is en hoe ontmoedigend het soms ook lijkt.

De Jeugd en de Wereldvrede, jg. 10, 18.5.1937, p. 1 (detail) (Liberas, Archief Firmin D’Heygere (archief 749), nr. 4.5.1.) https://hdl.handle.net/21.12117/1253938

Ook de andere teksten in het krantje zijn een, soms op het naïeve af, ode aan broederschap, vriendschap, hulpvaardigheid, zelfopoffering, verdraagzaamheid, geweldloosheid, rechtvaardigheid,  respect voor verschillen en diversiteit, antiracisme (al kijken we vandaag wel anders naar woorden als ‘nikkertje’) en zelfs vegetarisme. De toon contrasteert sterk met de stijgende internationale spanningen in het midden van de jaren 1930 en de daarbij horende verzwakking van de Volkenbond.

Onderwijs over de Volkenbond

De oorsprong van dit vredesdiscours lag in de herstelperiode na de afloop van de Eerste Wereldoorlog. Na de Duitse nederlaag in 1918 was patriottisme op school een kernwaarde, het vaderland stond centraal. In de loop van de jaren 1920 kwam daar geleidelijk aan verandering in. Men zag in dat geschiedenishandboeken die aan de leerlingen vijandbeelden bijbrachten op lange termijn geen goede zaak waren en dat er nood was aan de invoering van vredesonderwijs. De internationale situatie leende zich er ook toe. Op 16 oktober 1925 werden de verdragen van Locarno afgesloten, waarin onder andere de Belgisch-Duitse grens uit 1919 werd erkend, en die de aanzet vormden voor de toetreding van Duitsland tot de Volkenbond in 1926.

Camille Huysmans, detail uit een postkaart (Collectie Liberas, foto 007951) https://hdl.handle.net/21.12117/9813668

Op 10 april 1926 verstuurde de socialistische minister van Kunsten en Wetenschappen Camille Huysmans dan ook een omzendbrief aan de hoofdinspecteurs lager onderwijs waarin hij ‘handboeken die haat prediken’ veroordeelde en pleitte voor boeken die patriottisme en internationale moraal combineerden. Bovendien werd het onderwijzend personeel opgeroepen om de ‘edele denkbeelden welke tot richtsnoer dienen van de Volkenbond’ te verspreiden en om ‘actief en vol overtuiging mee te werken aan het werk van vrede en solidariteit tussen de naties’.

Voor de toepassing van deze omzendbrief in het werkveld kunnen we terug naar Firmin D’Heygere. Hij leidde als inspecteur op 13 maart 1929 in Ingelmunster een opvoedkundige conferentie voor 35 onderwijzers waarop het vredesonderwijs ter sprake kwam. In zijn verslag en aantekeningen vinden we kritiek op de manier waarop de Volkenbond en de vredesgedachte op school behandeld worden: ‘Reeks lessen – met zelfden inhoud (’t moest) en daarmee uit. Men doet, zoals de school met andere vraagstukken doet: verbalisme, intellectualisme. Men vergeet dat het gaat om de verspreiding van een gedachte, om opvoeding van de jeugd.’ Hij noteert daarbij ook een verwijzing naar de omzendbrief van minister Huysmans. Of nog: ‘Is dit niet het bewijs dat het met enkele lessen niet zal volstaan maar dat de schoolatmosfeer van diezelfde gedachten moet doordrongen worden. Godsdienst, Moedertaal met lezen en opstellen en in de eerste plaats Aardrijkskunde en Geschiedenis moeten talrijke gelegenheden bieden om druppel bij druppel de gedachten aan internationale overeenkomst te laten insijpelen.’ Niet de ‘inrichting en de werking van den Volkenbond’ is belangrijk, maar ‘wat moet blijven is de geest: haat aan den oorlog, zucht naar vreedzame vereffening van geschillen’, samen met de ‘strijd tegen scepticisme’ (zoals ‘er is altijd oorlog geweest!’). Als we mogen afgaan op de test waar dit artikel mee begon, heeft D’Heygere de  opdracht die hij meegaf de daaropvolgende jaren ook zelf verder ter harte genomen.

Fragment uit het verslag over de opvoedkundige en bestuurlijke conferenties van 1929 (Liberas, archief Firmin D’Heygere (archief 749), nr. 3.1.2.) https://hdl.handle.net/21.12117/1253938

Met dank aan collega Geertrui Coppens, die het archief van Firmin D’Heygere inventariseerde.

Selectieve bronnenlijst

Liberas, Archief Firmin D’Heygere (archief nr. 749).

Emmanuel Gerard, De schaduw van het interbellum. België van euforie tot crisis 1918-1939 (Tielt: Lannoo, 2017).

Tine Hens, Oorlog in tijden van vrede. De Eerste Wereldoorlog in de klas 1919-1940 (Kalmthout: Pelckmans, 2015).

Ria Heremans, ‘De verenigingen voor de VN en de VN’, in: Jan Wouters & Cedric Ryngaert (red.), De Verenigde Naties. Een wereld van verschil? (Leuven: Acco, 2005) 109-116.

Niels Matheve, ‘Paul Hymans’, in: Nationaal Biografisch Woordenboek, vol. 22 (Brussel: KVAB, 2016) kol. 527-564.

Robert Smet & André Vannecke, Historiek van het Technisch en Beroepsonderwijs (1830-1990) (Antwerpen-Apeldoorn: Garant, 2002).

Leren over wereldvrede