De Villa Vrouw Courtmans-Berchmans, een statig herenhuis aan de Gentse Vlaamse Kaai, herinnert aan Johanna Courtmans, één van de eerste Vlaamse vrouwelijke schrijvers. Ze overleed 130 jaar geleden. Liberas bewaart een exemplaar van de meeste van haar boeken. Haar onderwerpen waren voor haar tijd vaak gewaagd en controversieel.
Een vrouw wordt schrijver
Vrouwelijke auteurs waren in de negentiende eeuw vrij uitzonderlijk. Virginie Loveling publiceerde in 1877 niet voor niks haar debuutroman In onze Vlaamsche Gewesten. Politieke schetsen onder het mannelijke pseudoniem W.G.E. Walter. Het was immers “not done” dat een vrouw over politieke of maatschappelijke thema’s schreef. Met een mannelijke schuilnaam had zij meer kans op succes.
Maldegem
Een uitzondering is Johanna Courtmans (1811, Oudegem – 1890, Maldegem). De dochter van de burgemeester van Mespelare bij Dendermonde behoort samen met de zussen Rosalie en Virginie Loveling en Maria Van Ackere-Doolhaege tot de zeldzame schare Vlaamse vrouwelijke schrijvers uit de negentiende eeuw. Dat deze dames zonder uitzondering van goeden huize kwamen hoeft niet eens te verwonderen. De algemene leerplicht werd in België pas in 1914 ingevoerd. Leren lezen en schrijven was toen – en zeker voor meisjes – een privilége van de rijke klasse. Johanna Courtmans kreeg haar opvoeding volledig in het Frans (in een kostschool te Lessines en bij de kloosterzusters van Gijzegem) maar koos toch voor het Nederlands als schrijftaal. Het was haar echtgenoot, de Gentse onderwijzer Jan-Baptiste Courtmans, die haar die liefde voor het Nederlands bijbracht. Via hem kwam zij ook in contact met andere schrijvers en dichters, zoals een Prudens Van Duyse of een Ferdinand Snellaert. De stad Gent leverde ook inspiratie voor haar bekendste roman Het geschenk van den jager waarin ze de situatie van de arbeiders op de Muide beschreef.
Toch blijft haar naam vooral verbonden met het landelijke Maldegem, waar ze na de vroege dood van haar echtgenoot ging wonen. Jan-Baptiste werd inderdaad slechts 45 jaar (1811-1856). Weduwe Courtmans, moeder van acht kinderen, opende om den brode een vrije kostschool in Maldegem, waarmee ze de plaatselijke dorpspastoor tegen zich in het harnas joeg. Zij werd directrice van het instituut dat al snel de Courtmansschool werd genoemd.
Omwille van haar inzet voor het officieel onderwijs werd ze – in volle eerste schoolstrijd dan nog – op handen gedragen door de vrijzinnige gemeenschap. Ze onderhield zeer goede contacten met het Willemsfonds. Johanna Courtmans zelf als vrijzinnig omschrijven, is wellicht een stapje te ver. Veel meer was zij iemand die streed tegen onrechtvaardigheid, vond dat de Kerk niet altijd de juiste keuzes maakte en zonder gêne actie ondernam of haar mening hierover neerpende. In de Willemsfondsbibliotheken en liberale boekerijen ontbraken haar boeken vrijwel nooit.
Literaire waarde?
Tussen haar drukke schoolbezigheden door, bleef ze zeer actief als schrijfster van controversiële romans. De hut van tante Clara is een aanklacht tegen de (in hoofdzaak katholieke) kantwerkscholen, zoals er een in Maldegem was, en die voor haar neerkwamen op een vorm van kinderarbeid. Ook Moeder Daneel. Eene geschiedenis onzer dagen gaat over een voor die tijd bijzonder gewaagd thema, namelijk een ongewenste zwangerschap.
Of haar teksten een blijvende literaire waarde hebben, valt te betwijfelen. Wie vandaag een boek van Johanna Courtmans openslaat, treft een eenvoudig geschreven en toch eerder banaal verhaaltje aan, met een zeer moralistische ondertoon. Er schuilt inderdaad bijna altijd een soort levensles in haar boeken. Tussen de regels leest men een pleidooi voor waarden als trouw, eerlijkheid of spaarzaamheid, en krijgt de lezer een aantal nuttige wenken voor een beter leven mee. Het maakt haar literatuur vandaag zeer oubollig. Haar emancipatorische rol als vrouwelijke schrijver, met een gedurfde visie en mening die ze onbehouwen op papier zette, in het Nederlands dan nog, lijkt dan ook het belangrijkste.
Villa Vrouw Courtmans-Berchmans
Maldegem eert haar met een Koninklijk Atheneum op de plaats waar ze haar vrije kostschool opende. In 1961 werd, 150 jaar na haar geboorte, een standbeeld ingehuldigd in de voortuin van het gebouw. Dendermonde brengt haar hulde met een Mevrouw Courtmanspark, en her en der in Vlaanderen (bijvoorbeeld in Antwerpen) werd ook een straat naar haar genoemd.
Het mooiste memoriaal staat evenwel in Gent. De Gentse bouwmeester Jacob Gustaaf Semey ontwierp er een eclectische huizenrij aan de Vlaamse Kaai. Hij gaf de meeste van zijn zogenaamde “villa’s” een naam. Nummers 93/94, 95, 96 en 97 werden respectievelijk genoemd naar de Vlaamse volksschrijvers Johanna Courtmans, Henrik Conscience, Anton (Tony) Bergmann en Virginie Loveling. De Villa Vrouw Courtmans-Berchmans valt op door het borstbeeld van de schrijfster boven de deur, en de opschriften “Salvé” en “Oost West, thuis best”.