Menu
Het eerste congres van de Vlaamse PVV, een jubileum
Collectie
woensdag 4 mei 2022
Geschreven door: Florian Van de Walle

Dit jaar, op 7 mei om exact te zijn, is het 50 jaar geleden dat de Vlaamse PVV zijn eerste “Statutair en Doctrinair” congres afrondde, de ideale gelegenheid om terug te blikken op de betekenis ervan.

Wat voorafging

In 1961 richtte Omer Vanaudenhove de PVV/PLP op ter vervanging van de Liberale Partij. Zijn bedoeling was om van de oude Liberale Partij een centrumpartij te maken die een breed publiek zou aanspreken. De nieuwe Partij voor Vrijheid en Vooruitgang benadrukte de religieuze en filosofische vrijheid. Van de uitgesproken antiklerikale houding van de Liberale Partij werd afstand genomen. De Amerikaans aandoende verkiezingsmeetings en de verruimde ideologische inslag waren bij de parlementaire verkiezingen van 1965 een succesformule. De partij groeide met bijna 10% van de stemmen. Enkele maanden na de verkiezingen vormde de PVV/PLP samen met de CVP/PSC de regering Vanden Boeynants. De communautaire spanningen die België doorheen de jaren ’60 al een tijdje plaagden kwamen in 1968 echter tot een kookpunt. De roep naar “Leuven Vlaams!” deed de regering uiteindelijk aftreden. Tijdens de daaropvolgende verkiezingen ging de PVV er in Vlaanderen een zetel op achteruit. De partij voerde een unitaristische verkiezingscampagne die op dat moment moeilijk verteerbaar was voor Vlaanderen. In Brussel kwam het in 1969 al tot een taalkundige splitsing. De Nederlandstalige liberalen stapten uit de PVV/PLP en richtten “De Blauwe Leeuwen” op (naar analogie met de eerder gestichte Rode Leeuwen van de Vlaamse socialisten in Brussel). De spanning tussen Franstaligen en Nederlandstaligen droeg ook in 1971 voor een groot stuk bij tot de splitsing van de nationale PVV/PLP en het begin van de geregionaliseerde liberale partijen. Aan Vlaamse zijde was een niet te onderschatten rol weggelegd voor het Liberaal Vlaams Verbond. Het driespan Herman Vanderpoorten, Frans Grootjans en Willy De Clercq, allen van LVV-signatuur lagen mee aan de basis van de Vlaamse PVV.

Het congres

Het stichtingscongres van de Vlaamse PVV vond plaats van 5 tot 7 mei 1972 in het Casino van Blankenberge. Het type congres was volgens Willy De Clercq “Elck wat wils”. De congressisten bespraken in vier commissies verschillende thema’s en problematieken: “statuten van de partij”, “Privacy, vrije informatie en censuur”, “Statuut van de vrouw” en “Politiek en ethiek”. Opvallend door zijn afwezigheid was het communautaire thema. Het congres focuste nadrukkelijk op ethische thema’s. De PVV surfte daarmee duidelijk verder op de nadagen van mei ’68. De progressieve thema’s die de partij aansneed en de ideeën waarmee de partij naar buitenkwam zouden decennia later pas een politieke realiteit worden.

De commissie “Privacy, vrije informatie en censuur” pleitte bijvoorbeeld voor de bescherming van de privacy tegenover misbruiken van “moderne technische middelen en gadgets”, het stopzetten van financiële hulp aan kranten en het doorbreken van het staatsmonopolie op radio en televisie.

De commissie “Statuut van de vrouw” wilde onder andere de echtscheiding bij onderlinge toestemming vereenvoudigen, abortus in bepaalde gevallen toelaten, jongeren een betere seksuele voorlichting geven, en de rechten van de ongehuwde moeder en het onwettig kind verruimen.

De commissie “Politiek en Ethiek” had dan weer opmerkelijke voorstellen omtrent euthanasie (waarbij o.a. passieve euthanasie zou toegelaten worden mits toestemming van familie en een “medisch korps” bij de klinische dood van een persoon), drugs (o.a. een minder repressief drugsbeleid en meer begeleiding voor gebruikers) en holebirechten (opheffing van maatschappelijk negativisme en discriminatie, erkenning van “homofile verenigingen”, afschaffing van het discriminerend wetsartikel 372bis).

Enkele sfeerbeelden tijdens het congres. Het volledige congres is hier te bekijken.

Reacties

Het congres lokte veel reacties uit, zowel binnen als buiten de partij en zowel negatief als positief. Binnen de partij waren de klassieke tegenstellingen tussen jongeren en ouderen en tussen linker- en rechtervleugel duidelijk voelbaar. Voor de ene groep waren de resoluties te progressief en te vergaand terwijl voor de andere groep ze net eigentijds en misschien zelfs te gematigd waren. De pers was meestal redelijk positief alhoewel de katholieke kranten duidelijk hard van leer trokken tegenover de gekende stokpaardjes: abortus, euthanasie en rechten voor de holebigemeenschap.

Hoewel het congres duidelijk zeer progressieve maatschappelijke thema’s aankaartten, kwam in de loop van de jaren ’70 voor de Vlaamse liberalen toch meer het economische aspect bovenaan de politieke agenda te staan. De crisissen die de jaren ’70 en ’80 teisterden speelden hier ongetwijfeld een rol in. Toch moet gezegd dat Herman Vanderpoorten, Frans Grootjans en niet in het minst Lucienne Herman-Michielsens doorheen de jaren ’70 felle voorvechters bleven voor de problematieken die men in het congres van Blankenberge behandelde. Veel van de thema’s die in het congres van 1972 werden besproken zouden later in wet worden omgezet. Van de zaden die de Vlaamse PVV in Blankenberge zaaide plukken huidige generaties Vlaamse Liberalen nog steeds de vruchten.

Bronnen

Liberas, Archief Partij voor Vrijheid en Vooruitgang (Vlaamse PVV 1972-1992) (archief nr. 1423), Congresresoluties van het eerste congres van de Vlaamse PVV, 5-7.5.1972.

Luc Pareyn, “De Evolutie van de Belgische Liberale Partij naar de Vlaamse PVV (1945-1973)” (Rijksuniversiteit Gent: licentiaatsverhandeling, 1974).

Kristien Boeykens, “Het ontstaan en de evolutie van de Vlaamse PVV (1972-’85)” (Rijksuniversiteit Gent: licentiaatsverhandeling, 1987).

Peter Laroy, “Liberalisme en Vlaamse Beweging”, Liberas Stories, geraadpleegd op 19.4.2022.