Ruim 70 jaar na het verschijnen van Consciences (1812-1883) De Leeuw van Vlaenderen of de Slag der Gulden Sporen publiceerde Abraham Hans (1882-1939) Groeninghe of de Slag der Gulden Sporen (1910). Hans was kort voordien verhuisd van Antwerpen naar Kontich. Hij ontpopte zich van onderwijzer tot een literair verteller met een ongelooflijke productie in kranten (o.a. Het Laatste Nieuws) en boeken. Voor een van die romans uit die beginperiode liet hij zich inspireren door Consciences verhaal over de Guldensporenslag. Het boek Groeninghe beleefde meerdere herdrukken. De tekst bleef dan wel gelijk, formaat en uitgave was aan wijziging onderhevig.
In de boekencollectie van Liberas zitten vier verschillende drukken, waarvan slechts de derde (1930) en vierde (1944) druk officieel gedateerd zijn. Bemerk dat ook in het laatste oorlogsjaar nog een uitgave verscheen, met iets kleinere letter en dus minder papier gezien de schaarste. De uitgever van deze opeenvolgende drukken was Opdebeek uit Antwerpen, een huis van vertrouwen wanneer het ging om populaire literatuur. Zoals wel vaker het geval met deze vorm van populaire cultuur verscheen het werk in andere vormen: in (twintig) losse afleveringen (imprint De Vlaamse Boekhandel in Antwerpen) maar ook als feuilleton (‘mengelwerk’) in kranten (bijvoorbeeld in de Gazette van Brugge, vanaf 2 april 1913, een katholiek blad maar blijkbaar geen probleem voor Hans toenmalige werkgever Julius Hoste).
Een aankondiging van de publicatie in feuilletonvorm schetst goed het opzet van het werk:
“‘t Is geen enkele beschrijving van den Slag der Gulden Sporen; maar eens breedvoerige uiteenzetting, in levendige tafereelen, van het leven der poorters en edellieden in Vlaanderen gedurende de 12de eeuw; van den strijd tusschen Klauwaerts en Leliaerts, en van alles watden grooten slag bij Kortrijk voorafging. In die uitgebreide tafereelen zal de lezer beter onze groote mannen leeren kennen, onder andere Van Maerlant, Breydel en de Coninc; hij zal den rijkdom en de fierheid der Vlamingen bewonderen; hij zal het beleg van Damme beschreven vinden, en menig ander geschiedkundige daadzaak vernemen; hij zal verschil lende oude gemeenten van ’t Brugsche Vrije leeren kennen met hunne toenmalige instellingen en gebruiken.
Zijne liefde voor Vlaanderen zal alzoo aangevuurd worden en hij zal met de zegevierende Vlamingen juichen na den Slag der Gulden Sporen, die ons bevrijd helft van de Fransche dwingelandij en ons bestaan als eigen volk heeft mogelijk gemaakt. Hier en daar zal hij de dwingelandij van edellieden tegenover hun volk wat overdreven vinden; doch hij herinnere zich dat al de edellieden geen verfranschte dweepers waren.”
(Gazette van Brugge, 31 maart 1913).
De opeenvolgende boekuitgaven zijn geïllustreerd met pentekeningen van Emiel Walravens (1879-1914). Bernard Goorden, kenner van het oeuvre van Abraham Hans, wijst erop dat Walravens illustrator was voor een aantal werken van Hans maar ook voor andere populaire auteurs. Over Walravens zelf is weinig geweten. Even onduidelijk is of de iets meer gekende Edmond Van Offel (1871-1959) ook illustraties aanleverde voor het Groeninghe-boek, zoals in latere edities is vermeld.
Opmerkelijk is verder een boekbespreking in Het Volksbelang (23 juli 1910) onder de opmerkelijke titel ‘Ontleend? Afgeschreven!’. Het stuk merkt om te beginnen fijntjes op dat “Groeninghe eene namaaksel van den Leeuw van Vlaanderen is”. Maar de opsteller van het artikel klaagt vooral dat Hans zich wel behoorlijk heeft laten inspireren door het werk dat de Gentse hoogleraar Victor Fris (1877-1925) over dit thema eerder heeft gepubliceerd. De romanschrijver Hans heeft zich op deze boeken geworpen “als een tijger op zijn prooi”. Een tekening van de abdij Ter Doest uit een boek van de bekende kunstenaar Armand Heins (en met een historische bijdrage van Victor Fris) zou zelfs schaamteloos zijn geplagieerd. Niet onbelangrijk detail: in de collectie van Het Volksbelang die Liberas bewaart zijn telkens met potlood door een tijdgenoot de initialen van de auteur bijgevoegd. Voor dit stuk betreft het V.F. of… Victor Fris.
Hans laat deze kritiek niet over zich heen gaan. In het daaropvolgende nummer van Het Volksbelang (30 juli 1910) verschijnt een stevige repliek. Grond van zijn verdediging is dat hij literatuur voor kinderen schrijft. Hoe zou hij zomaar kunnen plagiaat plegen uit die geleerde werken wanneer de tekst moet toegankelijk zijn voor de jeugd? In een uitgewerkte repliek op het stuk vat Fris echter nog eens de kern van zijn betoog samen: uiteraard moet er inspiratie gezocht en gevonden worden in historische werken, maar een correcte bronvermelding zou op zijn plaats zijn geweest.
De discussie bleef beperkt tot een storm in een glas water. Groeninghe van Abraham Hans boeide generatie na generatie en beleefde heel wat herdrukken. In 2000 publiceerde Walter Soethoudt nog een eigentijdse versie van het boek. Het onderstreept de tijdloosheid van Hans’ interpretatie van het verhaal van de Guldensporenslag. Voor boek- en literatuurhistorici biedt deze case in elk geval nog mogelijkheden om verder uit te diepen.
Op zaterdag 28 oktober 2023 organiseert Liberas een erfgoedcolloquium waarin de figuur en vooral het werk van Abraham Hans centraal staat. Klik hier voor meer info.
Literatuur
A. Stynen, Een geheugen in fragmenten. Heilige plaatsen van de Vlaamse beweging, Tielt, 2005.
V. Fris, Au Pays des Dunes, Gent, 1905.