Menu
Esperanto, een kunstmatige wereldtaal
Collectie
woensdag 22 juli 2020
Geschreven door: Peter Laroy

Bij het recentelijk verwerken van een collectie boeken geschonken door een privépersoon dook een interessante uitgave op uit 1904. Het is een bloemlezing met vertaling van Nederlandstalige literatuur uit Vlaanderen naar het Esperanto. De vondst wekt nieuwsgierigheid op om kort te grasduinen in het verleden van de kunstmatige taal.

De Pools oogarts Zamenhof (1859-1917) legde in 1887 de basis voor het Esperanto, vanuit de bekommernis een universele taal te ontwikkelen. Nog geen tien jaar voordien had ook de Duitse priester Schleyer een dergelijke onderneming op het getouw gezet met de lancering van het Volapük, eveneens een kunsttaal. Esperanto leek succesvoller te worden dan het Duitse voorbeeld. Het netwerk van dr. Zamenhof breidde snel uit. Kort na de eeuwwisseling kwamen honderden congresgangers uit 20 landen samen in het Franse Boulogne-sur-Mer voor een eerste groot Esperanto-congres (1905).

Ook in Vlaanderen kent het Esperanto een kleine maar geëngageerde groep aanhangers. Dankzij de inzet van de Brugse uitgever A.-J. Witteryck konden de Vlaamse esperantisten vrij vroeg enkele werkjes op de markt brengen. Onder redactie van Maurice Seynaeve (Ieper) en Raymond Van Melckebeke (Antwerpen) verscheen in 1904 Pagoj el la Flandra Literaturo, een bloemlezing met werk van Vlaamse literatoren vertaald naar het Esperanto. Op de cover prijkt de groene ster met vijf punten, het symbool van de Esperanto-beweging. De samenstellers kozen voor werk van Ledeganck, Van Ryswyck, Van Beers, Bergmann, de Mont en de gezusters Loveling maar evenzeer voor teksten van David, Gezelle, Verriest, Rodenbach en Streuvels. In de ideologisch nog sterk opgedeelde samenleving stonden in dit boek vrijzinnig-liberale auteurs broederlijk naast katholieke auteurs. Het was ongetwijfeld een zeldzaamheid in die dagen, maar onderstreept de universele gedachte die de taal in zich droeg. De keuze voor een bloemlezing was niet zo vreemd. Zamenhof had er eerder voor gekozen om bestaande literatuur naar het Esperanto om te zetten liever dan te vertrekken van grammaticale regeltjes (al bracht Witteryck voor de Vlaamse markt ook wel meer ‘klassieke’ studieboeken uit).

Herdenkingsmedaille nav. het 20ste wereldcongres Esperanto in Antwerpen (1928) https://hdl.handle.net/21.12117/13952717

Het Esperanto koesterde na de Eerste Wereldoorlog even de hoop om in het kielzog van de internationale vredesboodschap de algemene wereldtaal te worden. De taal sloeg aan bij een nieuwe generatie en had duidelijk succes in bepaalde arbeiderskringen, gecharmeerd als zij waren door de boodschap van universaliteit. “Het Esperanto heeft in de geschiedenis niet genoeg vrienden gehad om door te kunnen breken, maar het had in ieder geval wel de juiste vijanden,” aldus Marc van Oostendorp in zijn overzichtswerk (p. 108). Zowel Hitler als Stalin zagen weinig brood in het Esperanto en duwden de beweging kopje onder. Na de Tweede Wereldoorlog nam de UNESCO het op voor het Esperanto. De taal bleef in leven, maar kende nooit de doorbraak die Zamenhof had gedroomd. Een exact hedendaags aantal taalgebruikers is niet gekend (sommige taalkundigen ramen dit op ongeveer 100.000). Esperanto is intussen wel als taal opgenomen in Google Translate en is een van de taalvarianten in de Wikipedia-encyclopedie.

Gedicht van K.L. Ledeganck

In de boekencollectie van Liberas zijn de in de tekst vernoemde werken te vinden: Maurice Seynaeve & Raymond Van Melckebeke, Pagoj el la Flandra Literaturo, Brugge, 1904; Cours d’esperanto, complet en cinq leçons, accompagnées d’exercices avec clef, série de conversations usuelles, chant international espérantiste avec mélodie notée, Brugge, 1909 en het overzichtswerk Marc van Oostendorp, Een wereldtaal. De geschiedenis van het Esperanto, Amsterdam, 2004. Het boek van Seynaeve en Van Melckebeke is ook digitaal beschikbaar via het project Gutenberg (http://www.gutenberg.org/ebooks/48033)

In het archief van Willy De Schutter (1906-1999), journalist bij De Nieuwe Gazet en lid van de Esperanto-vereniging La Verda Stelo, bevinden zich eveneens een paar stukken (inventaris te bekijken via de website www.liberas.eu, https://hdl.handle.net/21.12117/1254511)