Naar aanleiding van haar 150ste geboortedag (30 mei 2020) verschijnt een munt met de beeltenis van Jane Brigode-Ouwerx. Een ideale gelegenheid om deze toch wat vergeten politica en feministe even terug in de schijnwerpers te plaatsen. En meteen komt ook een historisch discussiepunt in Belgische liberale middens opnieuw aan de oppervlakte. Was Jane Brigode de eerste vrouwelijke voorzitter van de Belgische liberalen? Of was die eer een halve eeuw later weggelegd voor Annemie Neyts-Uyttebroeck?
Geheime vergaderingen
Hoewel minister van Staat Annemie Neyt-Uyttebroeck de eerste vrouw was die officieel liberaal voorzitter werd (van de Partij voor Vrijheid en Vooruitgang, 1985-1989), kan inderdaad ook Jane Brigode aanspraak maken op deze titel. Brigode (en niet Antoinette Spaak van het FDF) is daarmee meteen ook de eerste vrouwelijke partijvoorzitter van heel het land. Tijdens de Tweede Wereldoorlog immers bleef de top van de Liberale Partij – ondanks verbod – in het geheim vergaderen. Ten huize Brigode in Vorst werd toen een blauwdruk voor het naoorlogse liberalisme in België op papier gezet. Documenten hierover zijn onder meer terug te vinden in het archief van de Gentse schepen Henri Story, die voor zijn arrestatie deel uitmaakte van de vergaderende groep.
Dienstdoend voorzitter
Wegens de onbeschikbaarheid van voorzitter Emile Coulonvaux werd Jane Brigode toen aangesteld als dienstdoend voorzitter. Ze slaagde erin de interne werking verder te zetten, zo goed en kwaad als het kon. Gezien haar hoge leeftijd (geboren in 1870 was ze tijdens de oorlog al een krasse zeventiger) nam Jane Brigode ontslag op het eerste naoorlogse congres van de Liberale Partij in 1945. Haar opvolger Roger Motz mocht de liberale plannen vorm geven. Brigode is dus nooit een “volwaardig” voorzitter geweest, maar leidde de Liberale Partij wél als dienstdoend voorzitter doorheen de moeilijke oorlogsjaren.
Belgische Liga voor de Rechten van de Vrouw
Toch ligt haar grote verdienste niet in dit tijdelijke voorzitterschap, maar in haar niet aflatende strijd voor vrouwenrechten. In 1901 werd ze lid van de Belgische Liga voor de Rechten van de Vrouw, opgericht door Marie Popelin. Ze maakte er een blitzcarrière. Twee jaar later was ze al penningmeester, lid van het Centraal Comité en hoofd van een juridische studiecommissie. Hierdoor bouwde ze een politiek netwerk uit dat ze langzaam maar zeker warm kon maken voor de eisen van de vrouwenbeweging. In 1912 volgde ze Marie Popelin op als secretaris-generaal van de Liga en bracht ze de twee prioriteiten van de feministische strijd in België in kaart: het moderniseren van het huwelijksgoederenrecht en het realiseren van het vrouwenstemrecht.
Onderwijs
Intussen was in 1905 de Nationale Vrouwenraad opgericht. Brigode kreeg hier namens de Liga een zitje in en werd al snel voorzitter van de Commissie Wetgeving. Haar stokpaardje was onderwijs, volgens haar dé sleutel tot vrouwenemancipatie. Ze zocht en kreeg steun van onder meer de Ligue de l’Enseignement, toen één van de belangrijkste verdedigers van het officiële onderwijs in België. Ook het feit dat Jane Brigode – in tegenstelling tot de meeste vrouwen van haar generatie – de kans kreeg om te studeren en een diploma van onderwijzeres behaalde, verklaart mee haar blijvende belangstelling voor alles wat met onderwijs te maken had.
Vrouwenstemrecht
In 1913 bundelden de belangrijkste vrouwengroepen hun krachten met de oprichting van de Belgische Federatie voor het Stemrecht van de Vrouw. Brigode werd voorzitter van deze drukkingsgroep, maar de Eerste Wereldoorlog gooide roet in het eten. Toch bleef ze niet bij de pakken zitten. Ze werd voorzitter en stuwende kracht van een van de belangrijkste hulporganisaties: de Union Patriotique des Femmes Belges.
Na de oorlog kwam de strijd om vrouwenkiesrecht weer op de politieke agenda. Met de steun van Adolphe Max, Paul Hymans en Emile Vandervelde haalde ze haar minimumeis binnen: het parlement keurde in 1920 een wet goed waardoor vrouwen het jaar daarop konden deelnemen aan de gemeenteraadsverkiezingen. Jane zelf werd in Vorst gemeenteraadslid en schepen van – hoe kan het anders – Onderwijs. Samen met Marthe Boël en Alice Buysse had ze intussen ook de Nationale Federatie van Liberale Vrouwen opgericht. De niet aflatende druk en ijver van deze dames heeft er mee voor gezorgd dat het vrouwenstemrecht ook in liberale middens bespreekbaar werd.
Muntstuk
Jane Brigode-Ouwerx overleed op 3 mei 1952 in haar geliefde gemeente Vorst. Voor haar verdienste als politica maar vooral als feministe wordt ze nu geëerd met een gouden munt, uitgegeven door de Koninklijke Munt van België. Deze munt ter waarde van € 12,5 krijgt een gelimiteerde oplage van maximum 2.500 exemplaren. Ze wordt geleverd in een luxe etui met echtheidscertificaat. Een exemplaar kost € 115,95. Klik hier om de munt te bestellen.
Bronnen: