Menu
Collecties in evenwicht? Omgaan met de ondervertegen-woordiging van vrouwen in erfgoedcollecties
Onderzoek
woensdag 15 mei 2024
Geschreven door: Christoph De Spiegeleer

Op maandag 13 mei organiseerde de Belgische Vereniging voor Nieuwste Geschiedenis (BVNG) de tweejaarlijkse studiedag Dag van de Nieuwste Geschiedenis in het museum BELvue in Brussel. Het thema dit jaar was de geschiedenis van subalterne groepen. Binnen dit onderwerp organiseerde Liberas een sessie rond de omgang met de ondervertegenwoordiging van vrouwen in erfgoedcollecties.

Liberas-onderzoeker/publieksmedewerker Kim Descheemaeker, gespreksmoderator van dienst, stelde vast hoe de erfgoedwereld de roep om meerstemmigheid omarmt.  Zeker aan genderdiversiteit wordt een groeiende aandacht besteed. Meerdere musea zetten tentoonstellingen op over vrouwelijke kunstenaars en plaatsen vraagtekens bij de representativiteit van hun collecties op gebied van genderevenwichten. Archiefinstellingen focussen meer en meer op vrouwenstemmen en zoeken naar sporen van de strijd voor vrouwenrechten in hun collecties. In de historiografie is het perspectief verschoven van vrouwengeschiedenis naar gendergeschiedenis. Dit perspectief wordt de laatste jaren meer en meer verrijkt door ‘subaltern studies’ om machtsrelaties te onderzoeken in het verleden en het heden. Liberas nodigde verschillende sprekers uit de archiefwereld en museale wereld uit om op basis van concrete projecten en vanuit de verschillende erfgoedfuncties te reflecteren over manieren om (historische) vrouwenstemmen in erfgoedwerking meer centraal te plaatsen.

Kim Descheemaeker (links) (©BVNG)

Vrouwen van kleur

Els Flour, verbonden aan het Archief- en Onderzoekscentrum voor Vrouwengeschiedenis (AVG-Carhif), presenteerde haar ervaringen met de functies ‘herkennen en verzamelen’ en ‘behouden en borgen’. Ze duidde hoe het AVG-Carhif en het Fonds Suzan Daniel in het midden van de jaren 1990 werden opgericht om zich te ontfermen over archieven die in het toenmalige archieflandschap onderbelicht bleven: van organisaties en personen uit de vrouwenbeweging en uit de LGBT-gemeenschap. Als partner van het Fonds Suzan Daniel staat het AVG-Carhif in voor de bewaring van archieven uit de lesbische beweging. Els Flour kaartte aan hoe zelfs het AVG-Carhif, een erfgoedcentrum dat zich focust op een brede emancipatiebeweging (de vrouwenbeweging en feministische beweging buiten de klassieke zuilen en personen en organisaties die werken rond gender), moeite ondervindt om een representatieve collectie op te bouwen. Dit komt onder andere door de op het heden en de toekomst gefocuste werking van feministische militanten. Organisaties van vrouwen van kleur vormen dan weer een blinde vlek in de collecties van het AVG-Carhif. Dat er een duidelijk vraag is om die lacune in te vullen bleek onder meer uit de publieke aandacht voor de ‘herontdekking’ van het leven en het oeuvre van de Belgisch-Congolese schrijfster Nèle Marian (Mathilde Huysmans, 1906-2005). De twee door AVG-Carhif bewaarde archiefdozen in verband met het levensverhaal en oeuvre van Nèle Marian werden de laatste jaren, hoe gering in omvang ook, intens geconsulteerd.

Vrouwen op kieslijsten

Nyala Nauwelaers belichtte voor de functie ‘onderzoeken’ haar stage voor de Master Gender en Diversiteit bij Liberas. Ze deed in Liberas onderzoek naar de posities binnen de liberale beweging in Vlaanderen ten aanzien van genderquota in de politiek, vanaf de jaren 1980 tot vandaag. Dat vrouwen vandaag steevast op de eerste of tweede plaats van kieslijsten staan en dat kieslijsten paritair samengesteld zijn, is het resultaat van een stapsgewijs proces van onderhandelen achter de schermen binnen een evoluerende tijdsgeest. Sommige opiniemakers pleiten vandaag voor de afschaffing van de kiesquota. Vanwege het gelijkheids- en vrijheidsbeginsel is het aanvaarden van kiesquota voor de Vlaamse liberalen nooit een evidente zaak geweest. Het stageonderzoek gebeurde deels op basis van archief- en tijdschriftcollecties, zoals de gedigitaliseerde collectie kernteksten van de liberale partijen en het gedigitaliseerde partijblad van VLD, De Burgerkant (1993-2004). Het is belangrijk op te merken dat een beperking tot dergelijk door de partij gevormd archief – en documentatiemateriaal niet altijd toelaat bepaalde nuances of informele discussies rond vrouwenkwesties, die achter de schermen plaatsvonden, naar de oppervlakte te brengen.

Kim Descheemaeker (links) en Nyala Nauwelaers (tweede van links) (©BVNG)

Het afnemen van interviews hielp om de deelcollectie van Liberas rond politieke partijen en hun fracties rond deze thematiek van meer context te voorzien. Het vrouwenmanifest van VLD-Vrouwen, uitgebracht in 1992, presenteerde quota bijvoorbeeld als ‘lapmiddelen die een aantasting betekenen van de vrije keuze van mannen en vrouwen’. Het jaar daarop nam VLD in haar statutencongres de intentie om zeker 1/5 vrouwen op kieslijsten na te streven, zoals opgenomen in de PVV-statuten van 1982, niet over. Uit de interviews met enkele prominente boegbeelden van de liberale vrouwenbeweging kwam naar boven dat de principiële houding van VLD tegen quota in de jaren 1990 niet mag doen vergeten dat achter de schermen bij PVV/VLD-Vrouwen geen sprake was van een volledig eensgezind standpunt. Iris Van Riet, auteur van het vrouwenmanifest, worstelde naar eigen zeggen met het topic van quota en gaf te kennen dat de afwijzing van quota in het liberale vrouwenmanifest er enkel kwam na de nodige discussie en debat. PVV-boegbeeld Annemie Neyts is bijvoorbeeld steeds voorstander van verplichte quota geweest. Zij zag in 1982 echter dat een ‘verplicht streven’ op dat moment, met de aanvang van het meer op harde economische thema’s gerichte en neoliberaal geladen ‘Verhofstadt-tijdperk’, het hoogst haalbare was.

Het penseel in vrouwenhanden

Wat betreft de erfgoedfunctie ‘presenteren en toeleiden’ had Stefan Huygebaert, curator bij Mu.ZEE te Oostende, het over Anna Boch: Een impressionistische reis, een tentoonstelling die tussen 1 juli en 5 november 2023 meer dan 93.000 bezoekers trok. Dat het om een expo over een vrouwelijke kunstenaar ging was duidelijk een factor in het succes. Hoewel ze Belgiës meest prominente vrouwelijke kunstenaar rond 1900 was, staat Anna Boch (1848-1936) bovenal bekend omwille van een historisch feit dat niet direct met haar eigen kunst te maken heeft. Ze kocht tijdens zijn leven een kunstwerk van Vincent van Gogh, op het Salon van Les XX in 1890. Huygebaert stond stil bij de keuze om in de tentoonstelling de veelzijdigheid van Anna Boch (meer dan alleen haar eigen kunstpraktijk) nadrukkelijk te tonen en appreciëren. De curators kozen voor de presentatie van levensgrote foto’s van Anna in haar ateliers in woonsten, omringd door meubelen die ze voor zichzelf liet ontwerpen, of op reis in een (luxe)auto ergens aan de Franse kust. Ondanks de duidelijke opzet van de tentoonstelling om Anna Bochs kunst in de schijnwerpers te zetten, plaatste een recensent in een stuk voor de NRC haar oeuvre toch opnieuw in de schaduw van haar mannelijke ‘mentor’ Isidore Verheyden en het portret van haar broer Eugène door Van Gogh.

Anna Boch was geen vrouw in de ‘marge’ van de geschiedenis, maar viel als onafhankelijk vrouw met een neus voor talent wel op in de Belgische kunstwereld van het fin de siècle. Anna Boch werd geboren in een erg welgesteld milieu. Haar familie was eigenaar van de Manufacture Boch Frères Keramis in La Louvière, waar de thematiek van ‘het penseel in vrouwenhanden’ een heel andere connotatie kreeg. Tijdens een eerdere sessie op de Dag van de Nieuwste Geschiedenis kwam een mondelinge geschiedenisproject, uitgevoerd door het Centre d’Animation et de Recherche en Histoire Ouvrière et Populaire, aan bod dat in 2011 de penibele omstandigheden documenteerde waarin arbeidsters van het keramiekbedrijf tot diep in de 20ste eeuw voor een karig loon moesten werken om het servies zo snel mogelijk te beschilderen met de hand.

(©BVNG)

Vrouwen van papier

Voor wat betreft de erfgoedfunctie ‘participeren’ kwamen Els Depuydt en Liesbeth Langouche van de Openbare Bibliotheek Brugge aan het woord. Depuydt en Langouche lichtten het project ‘Vrouwen van Papier’ toe. Via participatie van een groep enthousiaste vrijwilligers realiseerde het project een online brieveneditie van het corpus brieven geschreven door vrouwelijke correspondenten van Guido Gezelle (1830-1899).  Guido Gezelle wisselde brieven uit met 200 vrouwen in binnen- en buitenland. Hij schreef met baronessen, burgerdames, dienstmeisjes, religieuzen, zakenvrouwen, fabrieksmeisjes, Engelse vrouwen en inwijkelingen, biechtelingen en familieleden. Het project haalt deze vrouwen uit de schaduw van de geschiedenis. Op een breder niveau wil dit project een steentje bijdragen aan de ‘gendergap’ in biografische databanken. Zo werd op 8 maart, internationale vrouwendag, een Wikipedia-schrijfsessie georganiseerd voor de creatie van Wikipedia-pagina’s over een aantal notabele vrouwen uit dit register.