De liberale politicus Adolphe Van Glabbeke (1904-1959) was in de regering-Eyskens I (augustus 1949 – juni 1950) minister van Volksgezondheid en van het Gezin. In het najaar van 1949 kreeg hij een merkwaardig dossier voorgeschoteld, door zijn kabinetschef samengevat als ‘problème du Coca-Cola’. Van Glabbeke en zijn kabinet werden namelijk benaderd door de Belgische brouwers in verband met het al dan niet voor de volksgezondheid schadelijk zijn van … Coca-Cola. Dat maken alvast een aantal stukken duidelijk die zijn teruggevonden in het in Liberas/Liberaal Archief gedeeltelijk bewaarde kabinetsarchief, waarvan zopas de inventaris is afgerond.
Coca-Cola in Europa
Coca-Cola bestond sinds 1886 maar bleef lange tijd vooral een Amerikaans fenomeen. In het zog van de bevrijders uit de Verenigde Staten vond de frisdrank ook in Europa zijn weg. De concurrentie zag deze veroveringstocht met lede ogen aan. Niet alleen de producenten van nationale of regionale frisdranken vreesden voor hun omzet. Ook de wijnboeren en bierbrouwers zagen hier een potentieel gevaar. Het verzet oversteeg de handelsbelangen. Coca-Cola werd gezien als een symbool van de Amerikaanse cultuur. Vertegenwoordigers van de communistische partijen, die in de naoorlogse jaren in West-Europa behoorlijk sterk stonden, waarschuwden voor ‘veramerikanisering’ of nog meer expliciet voor ‘cocacolanisation’.
Frans verzet …
Frankrijk liep voorop in dat verzet. De communisten en de producenten van (alcoholische en niet-alcoholische ) dranken vonden elkaar en trokken ten strijde tegen Coca-Cola. Volksvertegenwoordiger Paul Boulet (burgemeester van Montpellier en een vertegenwoordiger van de wijnindustrie) legde een wetsvoorstel neer om niet-alcoholische dranken met plantenextracten te verbieden. De bepalingen leken vrij algemeen geformuleerd maar het was duidelijk wie hier geviseerd werd. Het debat werd gevoerd onder het mom van de volksgezondheid, maar er stonden duidelijk hogere belangen op het spel. Het verzet tegen Coca-Cola was een verzet tegen de invloed van de Amerikanen. Lobbywerk op het hoogste niveau zorgde er uiteindelijk voor dat het allemaal zo’n vaart niet liep.
… en Belgisch gelobby
Als het regent in Parijs, druppelt het in Brussel. In oktober 1949 namen de advocaten van het Directorium der Belgische Brouwerijen contact op met het kabinet Van Glabbeke. Na een ontvangst door kabinetschef Piron volgde nog een brief van advocaat Roger de Coninck aan Van Glabbeke zelf, waarin de Coninck onder andere aandrong op de vermelding van de chemische samenstelling op elke Coca-Cola-fles. In bijlage stuurde hij een exemplaar van Le Petit Journal du Brasseur (nummer van 7.10.1949) met een artikel over hoe de Zwitserse regering Coca-Cola had aangepakt. Na analyse en discussie had de frisdrankenproducent de samenstelling moeten wijzigen. Het stuk eindigde met een oproep om de ‘eigen tradities’ niet te laten verloren gaan. Waarmee inderdaad duidelijk wordt dat deze strijd er niet enkel een was van volksgezondheid maar ook van culturele waarden en economische (eigen)belangen.
Detergenten?
Eén van de geruchten over de schadelijkheid van Coca-Cola ging over de eventuele aanwezigheid van detergenten in de drank. Een nota van de hand van prof. E.J. Bigwood in het Coca-Coladossier van het kabinet Van Glabbeke kon dit evenwel uitsluiten: ‘La faible tension superficielle de la boisson Coca-Cola semble inquiéter un certain nombre de mes collègues. Ceux-ci se demandent si cette boisson ne contient pas des détergents dont la consommation ne serait pas souhaitable. M’étant informé auprès des services techniques de la Compagnie Coca-Cola aux Etats-Unis, j’ai appris qu’il n’entre pas de détergent dans la composition de la dite boisson et que sa faible tension superficielle est due au sucre caramélisé.’ Of nog: ‘il n’est nullement nécessaire d’avoir recours à l’hypothèse de l’addition d’un détergent au Coca-Cola pour expliquer sa propriété moussante et sa faible tension superficielle’.
Klik hier voor de inventaris van het archief van het Kabinet Adolphe Van Glabbeke.
Bronnen:
– Liberas, archief Kabinet Adolphe Van Glabbeke, minister van Volksgezondheid en van het Gezin (1949-1950, archief nr. 1366), nr. 2.5.
– Richard F. Kuisel, Coca-Cola and the Cold War: The French Face Americanization, 1945-1953 in French Historical Studies, 1991, Vol. 17 (1), p. 96-116.
– Mark Pendergrast, For God, Country and Coca-Cola. The Unauthorized History of the World’s Most Popular Soft Drink, Londen, 1993.